Wie met streaming audio aan de slag gaat, wil natuurlijk zo snel mogelijk muziek uit de speakers. Immers: streaming staat voor gemak. Veelal betekent dit dat u draadloos gaat streamen. Kortom: een wifi-routertje aanschaffen, kabel erin voor internet en klaar is Kees! Maar is dat wel de beste keuze? 

Een modern netwerk is vrij snel aan de praat te krijgen. Met een beetje gezond verstand en een korte blik in de Quick Guide komt u er wel. Tenminste: het werkt. Een goed werkend en stabiel netwerk aanleggen is een heel ander verhaal. Met name als het aankomt op een draadloos netwerk.

Wifi? Handig!

Wifi is handig. Daar zijn we het allemaal over eens. Wie wil er nu met een laptop op de bank zitten als er een grote, dikke netwerkkabel in zit? Nee… niemand. Daarbij: zonder wifi is een streamer niet te bedienen met een smartphone of tablet. Kortom: we hebben het allemaal nodig.

Het gaat er echter om hoe u wifi inzet. Voor een notebook? Prima… gewoon doen. Een tablet en smartphone? Tuurlijk: hoe krijgt u anders data binnen als u even geen 3G of 4G wilt gebruiken?

Maar voor vaste apparaten zoals een desktop, htpc of een mediastreamer? Dat is een ander verhaal.

Wifi + Streaming: don’t…

Streaming audio – en zeker video – hebben een zeer stabiele verbinding nodig. En dan hebben we het dus niet over het aantal megabit dat de verbinding er doorheen kan pompen in bulkmodus. Het gaat er meer om hoe stabiel de verbinding is: dus geen dips, corrupte pakketjes die terug moeten en hoge pingwaarden zo af en toe. Dat gaat zich namelijk uiten in trage respons, tikjes en andere irritante bijwerkingen. En dat willen we niet.

Druk…

Waardoor komt het nu dat wifi zo gevoelig is? Simpel: iedereen heeft tegenwoordig een draadloos netwerk. Daarbij komt dat zowel Ziggo als UPC bezig zijn met de uitrol van wifi-spots. Tel daar hot spots van mobiele providers bij op en nog wat babyfoons, alarmsystemen, etc en je hebt een zéér druk geheel op de 2,4 GHz-band waar menig draadloos apparaat op werkt.

Hoe zit het dan met 5 GHz? Dat is zonder meer een overweging waard. Deze band is amper in gebruik en biedt daardoor een veel stabielere verbinding. Nu is er wel een keerzijde: het bereik. Dat is helaas nog wat minder goed dan bij 2,4 GHz. Dat valt te ondervangen met repeaters of extra accesspoints.

Daarbij moet uw apparaat wel compatible zijn met dit nieuwe netwerk. En dat is lang niet altijd het geval. Zeker niet bij streamers waar veelal nog gewoon een 2,4 GHz WiFi-N kaartje in zit. Of in sommige gevallen zelfs WiFi-G (komt gelukkig bijna niet meer voor). Een upgrade van deze hardware gaat niet zomaar.

Kabel!

De beste verbinding blijft echter gewoon een kabel. Deze heeft geen last van interferentie, muren of andere stoorbronnen. De bandbreedte is veelal één gigabit in beide richtingen en het is bovendien zeer goedkoop en ‘fool proof’. Iedereen kan een kabeltje aansluiten.

Tweaken

Wie simpelweg geen keuze heeft, kan (en wil) natuurlijk het beste uit zijn draadloze netwerk halen.

Begin met een degelijk stuk hardware. Geen b-merken. Wij werken graag met Netgear, Engenius of bijvoorbeeld TP Link als het budget wat beperkter is. Een specialist kan goed advies geven.

De eerste stap is het kanaal goed zetten. Controleer met een app (wifi Analyzer op Android) of op de laptop: InSSider het netwerk op u heen.

Door goed te kijken waar andere netwerken zitten, kunt u een vrijer kanaal instellen in uw router. Standaard zijn kanaal 1, 6 en 11 in gebruik op de 2,4 GHz-band. Dat zijn namelijk de drie kanalen die geheel vrij kunnen zijn (geen overlap). Bij 5 GHz ligt het anders, maar daar hebt u ook (nog) geen last van storingen.

Als u weet welk kanaal potentieel de minste storing heeft, dan kunt u dat instellen in uw router of accesspoint. Doe dat door naar het IP-Adres van uw router (veelal 192.168.1.1 of 192.168.0.1 of 192.168.178.1 (AVM)). Bij een accesspoint moet u het even achterhalen. U kunt dat veelal vinden in uw router onder DHCP-clients.

Modus en beveiliging

In sommige gevallen zit u al op het goede kanaal en is bij sommige apparaten de verbinding goed, maar bij andere blijft het rommelen. Soms wel, soms geen verbinding… Of in sommige gevallen: wel connectie, maar geen data… dat soort ‘gezeur’.

Dat kan te maken hebben met ofwel de beveiliging, ofwel de modus. Laten we beginnen met de meest voor de hand liggende: de modus.

Veel routers zijn compatible met zowel wifi N als G en B. Of bij nieuwere modellen: AC (alleen 5 GHz), N en B/G. Door de signalen te mixen kunnen ook ‘legacy’ appraten verbinden. Dat is leuk, maar kan voor problemen zorgen met bepaalde apparaten.

Wat u kunt proberen is te kijken wat er gebeurt als u N-only kiest op de 2,4 GHz-frequentieband (veelal bieden moderne routers een simultaan 2,4 en 5 GHz netwerk. U kunt het 5 GHz netwerk veelal met rust laten). Als u N-only kiest, kunnen dat soort problemen verdwijnen. Bovendien is het sneller in veel gevallen, omdat de router dan geen signalen hoeft te mengen. Daarbij: als u nog G-apparaten (of erger nog: B) in huis hebt, wordt het tijd deze te vervangen. Ze trekken potentieel het hele wifinetwerk naar beneden in snelheid.

Wat ook voor vreemde verbindingsproblemen kan zorgen, is de beveiliging. Moderne systemen kunnen overweg met WPA2+AES-versleuteling. Dat is voor thuisgebruik de meest veilige methode van dit moment. Echter: iets oudere apparatuur kan wellicht niet overweg met AES-versleuteling. Hebt u wat problemen: probeer eerst geen beveiliging om te bepalen of het probleem weg is. Is dat het geval, start eens met WPA+TKIP. Dat zou kunnen helpen. Dit is nog steeds gewoon veilig. Ga nooit en te nimmer met WEP beveiligen. U kunt dan net zo goed geen beveiliging instellen.

Wifi uitbreiden

Hebt u alles voor elkaar in een deel van het huis, maar hebt u niet voldoende dekking in andere delen, dan zijn er mogelijkheden om de dekking uit te breiden. Dat kan op een paar manieren.

Wij raden in principe aan om te proberen met één accesspoint te werken. Dat heeft als voordeel dat u uw netwerk eenvoudig en dus gemakkelijker te beheren houdt. Daarbij: degelijke spullen hebben een betere dekking dan goedkope alternatieven. Dus de kans bestaat dat u met een goed accesspoint wel uw huis kunt voorzien van wifi.

Een tweede tip: zet uw wifi router of accesspoint centraal in huis neer. Er zijn modellen die u zeer discreet kunt plaatsen. Denk aan de rookmeldermodellen van Engenius. Deze zijn niet goedkoop, maar hebben een zeer goed bereik.

Lukt dat allemaal niet of hebt u een zeer groot huis, dan zijn extenders een mogelijkheid. Let wel: deze moet u op een punt hangen waar nog goed bereik is. Anders valt er niet zoveel te ‘extenden’. Daarbij: een extender biedt de helft van de bandbreedte.

Beter wellicht is een tweede accesspoint. Deze biedt volledige bandbreedte en kunt u strategisch plaatsen. En wellicht handig om te weten: ze komen ook in homeplug-vorm, wat de installatie erg gemakkelijk maakt. U plaatst een homeplug bij de router en koppelt deze met een lankabel. Vervolgens plugt u het wifi-accesspoint in de muur waar u deze in huis wilt hebben. Sommige homeplugs zijn al gepaard (gelinkt) vanuit de doos. In dat geval bent u nu al klaar. Anders moet u even paren. Dat staat in de handleiding uitgelegd van uw setje homeplugs.

Homeplug kan hier zonder meer een uitkomst bieden (ook op andere vlakken, maar daar gaan we nu niet op in). Enige punt bij homeplug is dat het soms wel, soms niet werkt. Het is echt proberen en analyseren.

Conclusie

U leest het al. Een goed wifi-netwerk is meer werk en heeft meer haken en ogen dan een bekabeld netwerk. Het kan prima werken. En in dat geval scheelt het veel kabels. We lezen en horen echter vaker dat het net niet lekker werkt. En dan is ergernis veelal troef. Onze tip: bekabel waar mogelijk en houdt wifi voor mobiele apparaten. Daar is het ook voor bedoeld!