Home Hi-Fi Akoestiek Impressie Böhmer Audio Wavelet room / speaker corrector

Impressie Böhmer Audio Wavelet room / speaker corrector

30
Impressie Böhmer Audio Wavelet room / speaker corrector

Automatische correctie voor luidsprekers en akoestiek is langzaam maar zeker de harten van ook verstokte liefhebbers aan het winnen. Al blijft het goed om kritisch te zijn op nieuwe trends en technieken. Wij hebben de Böhmer Audio Wavelet ter test. Ook wel verkocht onder de naam Legacy Wavelet. We vragen Ronald van Ovost wat dit apparaat anders maakt dan de concurrenten. Tevens gaan we er ook even naar luisteren om te bepalen of het wat is. 

Wie de Wavelet – 7000 euro – bekijkt, zal op het eerste gezicht niets bijzonders zijn. Ja… het is een soort voortrap / dac / processor. Maar die zijn er wel meer. Achterop zien we ook geen extreem bijzondere dingen: Een paar XLR-uitgangen – zonder echte labeling, wat aansluiten wat lastig maakt – een stel digitale in- en uitgangen en wat dip-switches. Die laatste zien we niet zo vaak. Ze kunnen handig zijn bij het levelen van bronnen. Denk aan een setopbox en een streamer. Of een kodi-box die veel te hard uitstuurt.

Maar so far nog geen gekke dingen. Waar het bijzonder wordt, is in de software. De interface en bediening van de Böhmer wordt voor rekening genomen door een Rasberry Pi. Weet echter dat deze niets doet met d/a conversie of verwerking van audio. De Pi is er puur voor het regelen van de web-interface en software-kant. Ook het berekenen van de meetdata gebeurt niet op de Pi. Dat wordt ‘in de cloud’ gedaan bij een meting via de Böhmer zelf. Laat je een expert komen, dan heeft die een uitgebreide versie van de software op een pc.

Meten

Even over die metingen. Er worden twee metingen gedaan bij de Böhmer. Deze metingen gebeuren op 1,25 meter van de speaker; recht voor de speaker. Er gaan per meting twee sweeps door de luidspreker. Vervolgens zijn de files ofwel naar Böhmer te sturen – via de web-interface – ofwel te verwerken op de laptop / pc van de expert die het systeem inmeet.

Het verschil tussen zelf meten en een expert laten meten, is dat de expert nog zaken kan fine-tunen via de software. Denk aan equalizing, Of crossover filters. Of analyse van de meting om vervolgens de speakers toch even anders neer te zetten. Bij een direct meting via de Wavelet is dat niet te doen, omdat u geen diep inzicht krijgt in de data. Dat is wel jammer, want we hadden dat toch graag wel gehad. Wellicht mist de Pi gewoon de spierballen om dat te kunnen doen.

De meting is op zich vrij snel gedaan. Zeker als u verder niets verandert. Echter als u wilt fine-tunen, is kennis van akoestiek echt een vereiste. De software die Böhmer levert aan experts is niet voor de ‘faint of heart’. Het is echt die-hard, hard-core software om alles fijn te stellen. En ja: als je zoveel mogelijk maakt, kan er veel misgaan. Overigens kost het pakket ook 5000 euro hebben we begrepen. Dus niet écht consumer-grade software.

EQ?

Als we de Wavelet – met het uitgebreide pakket – hebben ingeregeld, valt op dat de Böhmer nagenoeg niets verandert aan de equalizing. Er wordt een heel klein beetje bijgeregeld in het laaggebied, maar verder laat de Wavelet de balans gewoon met rust. Dat zien we bijna nooit. De meeste pakketten proberen een lineaal-rechte curve te maken. Böhmer niet. Verrassend.

Wat volgens Ronald van Ovost – importeur van Böhmer Audio – gebeurt is dat de Wavelet vooral de timing aanpakt. Daar zijn we veel gevoeliger voor dan frequentierespons. Als de timing niet klopt, horen we dat direct. Als ergens een dipje van 3dB zit, merken we dat lang niet altijd direct op. Maar wat is het resultaat van die aanpak?

Subtiel

Het verschil tussen mét of zónder Böhmer Audio Wavelet is natuurlijk direct hoorbaar. Toch… de ingrepen van de Wavelet zijn subtiel. We horen niet overduidelijk een processor. En dat moet ook niet. Wij zijn eerlijk gezegd allergisch voor ‘brute’ DSP’s. Ze trekken weliswaar veel recht, maar ze rukken vaak ook daarbij de ziel uit de muziek.

Dat idee hebben we helemaal niet bij de Wavelet. Die verandert naar onze mening niet de klankbalans. Echter, merken we wel veranderingen in het stereobeeld. En dat is niet gek, gezien het feit dat de Böhmer de timing aanpakt met behulp van de speaker- en akoestiekmeting. We horen een iets minder ruimtelijk, maar wel preciezer stereobeeld. Je zou het kunnen ervaren als iets meer rust. Al zal een goed bewerkte kamer ook die rust kunnen brengen. En dat zonder processing.

Feit echter is: er zijn bar weinig woonkamers die het toelaten perfectie te behalen. En in dat soort gevallen kan een processor veel helpen. Pas echter op met te veel correcties. Onze ervaring is dat met name het laag correcties vereist. Het midden en hooggebied kunt u beter subtiel te werk gaan.

Actief crossover

Waar een apparaat als de Böhmer Audio Wavelet ook handig voor is, is het inregelen van een actief crossover. Met timing-correcties. Stel u wilt een subwoofer – of twee – inregelen en integreren binnen uw set. Dat kan een behoorlijk lastige klus zijn als u geen idee hebt wat de ruimte doet. En er is bijna niets erger dan een slecht ingeregelde subwoofer. Dan kunt u beter geen sub neerzetten. Met de Wavelet is het echter prima in te regelen. Zowel de crossover-frequentie is perfect en secuur in te regelen, als de timing-correcties voor het afstemmen van midden op laag.

Video Böhmer Audio Wavelet

30 REACTIES

  1. Goed verhaal Alpha Audio en stof tot nadenken van Gydotron. Ik heb de development paper van B&W 800 serie gelezen. En daar lees ik bij de tweeter (diamond) en middentoner (fst) precies de uitgangspunten die Gydotron noemt. Het zo snel mogelijk laten uitdoven van de conus breakup resonanties en een minimum faseverschuiving in het werkingsgebied. De massa van de weergevers hebben invloed maar vormen geen doel op zich bij de ontwikkeling.

  2. Ik heb ooit eens aan Bruno Putzeys gevraagd of ESL speakers nu “sneller” zijn dan dynamische speakers. Of beter, wat is het verband tussen massa en snelheid. Zo, ik deel Bruno zijn antwoord:
    Het verband tussen “snelheid” en massa is grotendeels ingebeeld. Een weergever klinkt “sneller” als zijn fazedraaiing dichter bij minimaal zit en uitslingerverschijnselen goed onder controle zijn. Dat in orde krijgen is vooral een kwestie van goed crossover ontwerp. Eerst pak je die uitslingerverschijnselen aan. Die komen vooral van opbreking. Dat proberen op te lossen door laag te wisselen of naar hogere orde te gaan helpt niet zo beestig, want dat maakt de impulsrespons ook langer en je hebt bijzonder veel onderdrukking nodig om conusringing te onderdrukken. Veel effectiever is die ringing te corrigeren met een sperkring oid. Dan slingert de speaker direct veel sneller uit, en kom je verder met een normaal filter toe.

    Bij elektrodynamische drivers is het uiteraard vaak zo dat een zware conus ook op een lagere frequentie opbreekt, wat maakt dat ze minder vergevingsgezind zijn mbt te simpel filterontwerp. Maar als je met het corrigeren van de respons begint alvorens echt te crossen is dat geen probleem. De woofer in de sub van de Grimm LS1 is volgens velen notoir “traag”. Al vanaf 500Hz doet die de raarste dingen. De meeste speakers waar die inzitten klinken dus echt alsof ze niet van de grond willen komen. Maar bij de Grimm LS1 klinkt die dus niet traag.

    Drivers worden dus nogal eens “traag” of “snel” genoemd afhankelijk van of ze in combinatie met een simpel wisselfilter nog steeds een filter met een korte impulsrespons opleveren. Hoe hoger de opbreekfrequentie, hoe “sneller”. En die opbreekfrequentie wordt bepaald door de transversale geluidssnelheid in het membraan, een combinatie van stijfheid (meer is beter), gewicht (minder is beter) en geometrie (recht of schaalvormig geeft een hoger opbreekpunt met hogere Q, trompetvormig geeft een lager maar beter gedempt opbreekpunt). Dus bij conusdrivers met simpele filters is massa inderdaad een deel van de formule.

    Koddig genoeg zijn elektrostaten het diametraal tegenovergestelde. De transversale geluidssnelheid is zo laag dat je ze kan zien omdat het membraan vlak is en buitengewoon slap. Het hele werkingsgebied van een elektrostaat zit boven de “opbreekfrequentie” maar omdat de aangedreven oppervlakte groot is heb je daar geen last van. Manger probeert ook zoiets. Ook daar is de geluidssnelheid in de conus erg laag.

    Trage speakers zijn dus dingen die het opbreekgebied van de driver niet corrigeren of dempen maar ze toch nog vrij veel geluid produceren in dat gebied. Nu moet ik wel opmerken dat dat vooral als traagheid ervaren wordt in het bas en laagmiddengebied. In het hoog klinkt dat als eerder als “rafelig”, “schreeuwerig” of in extreme gevallen “metaalachtig”.

    De finale nagel in de doodskist van de massa-hypothese is dat zolang de driver veel kleiner is als de golflengte en de driver als piston functioneert, de geluidsdruk enkel bepaald wordt door de versnelling en de konusoppervlakte. Het is juist de massa die de respons vlak houdt. Meer massa betekent daar enkel lager rendement (en lagere resonantiefrequentie).
    Ook is het interessant om te weten dat diamant domes nogal aan de zware kant zijn in vergelijking met de meeste materialen. Maar ze zijn verhoudingsgewijs nog veel stijver.

    Erg hoe je zo’n lap uitleg nodig hebt om een mythe te weerleggen die haar geloofwaardigheid enkel ontleent aan haar schijnbare eenvoud en begrijpelijkheid. De reden waarom een leugen de wereld rond is gelopen voor de waarheid haar schoenen heeft aangetrokken is omdat een mythe alleen simpel en memorabel moet zijn, terwijl de waarheid noodzakelijkerwijs ook moet kloppen, en dus automatisch minder aandacht kan besteden aan eenvoud en mentale aantrekkelijkheid…

  3. Zeker een sub t.o.v. van midden en hoog?
    Ik mag toch hopen dat dit niet het geval is in je installatie. Geluid, voor alle frequenties, heeft afhankelijk van temperatuur en atmosferische druk, in de lucht, dezelfde snelheid. Dat kan variëren van 320 tot 360 meter per seconde, afhankelijk van de twee bovengenoemde voorwaarden.

      • Sorry Jaap,
        Een woofer heeft een langere slag, maar beweegt met exact dezelfde snelheid als je tweeter, die uiteraard een kortere slag heeft.
        Een tweeter is uitstekend in staat heel lage tonen weer te geven, echter is de oppervlakte van het diafragma onvoldoende groot om genoeg, voor het menselijke oor, hoorbare SPL te ontwikkelen.
        En hier is dus maar eens een bewaarheid hoe belangrijk het is om de juiste termen te gebruiken, en ze op de juiste manier te interpreteren. Want ik proef uit je commentaar dat je zegt dat elke frequentie zijn eigen snelheid heeft. En dat is pertinent niet het geval. Hogere frequenties trillen vaker per seconde, maar de snelheid van de bewegende moleculen is onderling hetzelfde. Dit concept is waarlijk al vrij lastig voor te stellen, dat snap ik wel, maar toch is het zo. Zie het als witlicht. Het vertegenwoordigd alle frequenties, die reizen met een absolute, vaste snelheid (ik ga Einstein echt niet in twijfel trekken) met voor alle kleuren een eigen frequentie.

          • Massatraagheid. Vandaar dat het materiaal van de conussen in een speaker daar op afgestemd wordt. Doel: Het elimineren van massatraagheid. En ook hier geldt: Ik hoop van harte dat je speakers hebt die dit hebben verdisconteerd in het ontwerp.

          • Beste Jaap, ik vind dit erg leuk, dat voorop gesteld:-)
            Massa zegt niets over de snelheid van geluid en de frequenties ervan. Massa zegt iets over de hoeveelheid energie, bij speakers, in ampère, die nodig is om de zaak aan het trillen te krijgen. Die elektrische energie wordt omgezet in kinetische energie. Wanneer iets trilt, op een frequentie, krijgen de moleculen een vaste snelheid, onafhankelijk van de massa van datgene wat trilt.
            Speaker ontwerpers kiezen dus voor het diafragma een stof met een zo laag mogelijke massa, om als gevolg met de minste energie trilling te veroorzaken. Maar je zou ook een diafragma van lood kunnen maken. Eens kijken hoe zwaar de versterker moet zijn om dit in beweging te krijgen, leuke uitdaging misschien:-)

        • Ter illustratie:
          er staan twee auto’s naast elkaar.
          Auto A legt 400 meter af met 140 km/u
          Auto Z legt 100 meter af ook met 140 km/u. Echter: Bij auto Z staat op exact 100 meter een volgende auto, en op 200 en op 300 meter.
          Wanneer auto Z op de voorliggende auto Z2 botst, krijgt deze gebotste auto ook de snelheid van 140 km/u. Z2 botst op Z3 enz.
          Dat is de manier waarop geluid propageert in de ruimte. De derde gebotste auto in route Z komt op exact hetzelfde moment op 400 meter over de streep als auto A. (dan wel beschadigd:-))
          Het trillen is dat beide auto’s A en Z heen en weer bewegen over deze afstand. Zo komt al het geluid in fase in je oren aan.

  4. Wanneer een sub een vertraging heeft t.o.v. bijvoorbeeld de hoofdspeakers is de sub uit fase.
    Timing heeft altijd te maken met het anticiperen op een in de tijd aanstaande gebeurtenis of actie. En die is dus variabel. In de audio wereld willen we dit perse niet. Daar is het credo in fase altijd bepalend. Bij timing hoeft iets dus niet perse gelijk te lopen, sterker nog. Bij timing wordt het net niet gelijklopen soms erg gewaardeerd. (probeer maar eens mee te zingen met Frank Sinatra).
    Wanneer bij een klank de fase niet gelijk loopt, wordt dat vaak niet gewaardeerd en wordt de klank vervormd weergegeven. En soms is dat ook de bedoeling, bij bijvoorbeeld buizen gitaarversterkers. Maar dat bepaalt de uitvoerende artiest en hopelijk niet je installatie.
    Ik hoop dat mijn bezwaar zo een beetje duidelijk is.

  5. Ik dacht onmiddellijk aan de legacy audio wavelet. Ook zo’n bizar ding dat duizend en één fucties heeft. Schijnt bijzonder goed te zijn. Heb er al heel veel over gelezen. Ben benieuwd naar deze.

    Wavelet is blijkbaar een term die gebruikt wordt bij dit soort toestellen.

      • Hallo Jaap,
        Ik vind het nogal boude stellingen over die 40 miliseconden. Nog nooit van gehoord dat ons gehoor en audioperceptie op die manier werkt.
        Ik kan je verzekeren dat 50 miliseconden nagalm heel vervelend kan klinken! Daarnaast: Hoe kan de luidspreker ZELF worden gecontroleerd en dan worden gecorrigeerd? M.a.w. ten opzichte van wat wordt de speaker gecontroleerd, en vervolgens; volgens welke norm wordt dan gecorrigeerd? Is dat RIAA of zoiets? omdat de frequentieresponse geen vlakke lijn wordt?
        Ik blijf het allemaal heel vaag vinden en de video roept meer vragen op dan dat het antwoorden geeft.

        • Kan me voorstellen dat je het allemaal niet zo begrijpt maar je zou er ook wat meer voor open kunnen staan. Deze mensen zijn niet over één nacht ijs gegaan en hebben behoorlijke studie en onderzoek gedaan wat juist in het filmpje duidelijk wordt. Men praat daar over dat die 40msec het meest door het menselijk brein wordt herkent maar wil natuurlijk niet zeggen dat andere tijdsfactoren niet belangrijk zijn.

          • Hallo Nick,
            Dan wil ik graag weten hoe ze aan die kennis zijn gekomen en waar dat op gebaseerd is.
            Lees dit eens goed: De eerste 40 milliseconden. De EERSTE??!!! Is er dan ook een tweede en een derde en tot hoever loopt dat dan??
            Wanneer ik de bedragen hoor denk ik sneller dat het te maken heeft met de insteek dat wanneer iets veel kost, het ook wel goed zal zijn. Ik ben daar een beetje allergisch voor (geworden).
            Mijn mening: Ik word van dit soort introductie reviews heel erg wantrouwig, ik vind het verwarrend en ik leer er helemaal niets van. (Tsja . . . . alleen wat het kost)

          • Stukje uit een Bakkersvakblad: Neurologisch is bewezen dat bij het proeven van de taart, de eerste taartp . . . . ., nee zelfs de eerste hap bepaald hoe de taart smaakt.
            Ik heb nog meer voorbeelden.

        • TheoNaim. Ik moet eerlijk bekennen dat ik je sceptische houding wat negatief vind. Wij zijn ook kritisch. Nergens hebben wij verkondigd dat wat Böhmer zegt de absolute waarheid is. Echter… hun theorie komt op ons wel als plausibel over, aangezien het om timing en transiënt-informatie. En of dat nu 4 of 40 ms is, weet ik niet. Feit is: we zijn bijzonder gevoelig voor timing.

          • Hallo Jaap,
            Ik wil zeker niet negatief overkomen. Wanneer ik iets negatief vind, dan stop ik er gewoon geen tijd, en zeker geen tekst in.
            Wat mij een beetje stoort is de stelligheid van beweringen zonder een goede onderbouwing. Mijn gebruikte metafoor van de taartpunt mag dan een recalcitrant overkomen, ik probeer alleen duidelijk te maken waar mijn bezwaar zit.
            En wat ik ook niet zo goed gekozen vind ik het woord Timing. Dat is dus een persoonlijke overtuiging! Het suggereert in geluid iets wat in geluid nooit aanwezig kan zijn. Ik vind taal om zaken te duiden erg belangrijk omdat anders heel verkeerde voorstellingen ontstaan wat er feitelijk gebeurt. Vandaar ook mijn opmerking over die 4 of 40 milliseconden.
            Maar ik snap je insteek.

          • Wat is er niet goed aan het woord timing? Dat geeft aan of iets op tijd aankomt. Of gelijk loopt. En daar gaat het ook om: units lopen bijna nooit gelijk. En hebben vertraging. Zeker een sub ten opzichte van midden en zeker hoog.